Kaatsen in de Denderstreek

Immaterieel Erfgoed

Immaterieel erfgoed zijn gewoontes, kennis en praktijken van vandaag, die mensen van vroeger hebben gekregen en willen doorgeven aan toekomstige generaties. Ook in Denderland is er heel wat immaterieel erfgoed te vinden. We presenteren jou hier een staalkaart...

Sluit pagina

Al eeuwenlang wordt in Vlaanderen gekaatst. Zo staat al op de laat zestiende-eeuwse schilderijen van Pieter Pourbus een ‘caetspel’ afgebeeld. Na de Eerste Wereldoorlog moet de sport haar prominente positie afgeven aan ‘nieuwe’ sporten zoals voetbal en wielrennen. Ook de toenemende verstedelijking en het steeds drukkere autoverkeer in Vlaanderen zorgen ervoor dat de kaatssport minder zichtbaar is op onze dorpspleinen.

Toch zijn er tot op vandaag nog een aantal kaatsploegen in de Denderstreek, waaronder in Ninove, Herdersem, Terjoden en Kerksken. In juli nemen de beste kaatsploegen van Vlaanderen het jaarlijks tegen elkaar op tijdens het Vlaamse kampioenschap kaatsen, georganiseerd op de Houtmarkt in Aalst. Ook in het nabije Pajottenland is de sport nog steeds populair. Kaatsen mag dan ingewikkeld lijken, maar na een uurtje nieuwsgierig toekijken, geraak je al goed op dreef. De sport is zelfs wat vergelijkbaar met tennis. De bal mag slechts één keer botsen en de puntentelling gebeurt ook al met 15, 30 en 40. Maar daarbij houdt elke vergelijking wel op. Het materiaal is simpel: een balletje en een handschoen van soepel leer (met versterking in de handpalm). Het terrein is 72 meter lang, met een vak van 32m waar de opslag gebeurt en één van 40m van waaruit de bal teruggegooid wordt. Het seizoen loopt van april tot oktober en een ploeg bestaat uit vijf spelers en één reserve.