(Verdwenen) stationsgebouwen in Denderland
#STrOOM
#STrOOM neemt je mee naar originele erfgoedlocaties langs Dender en spoor.
Ontdek het verhaal van de schiptrekkers van Denderleeuw, de luciferindustrie van Ninove, de Aalsterse textielnijverheid, en de spoorverhalen uit Lede en Erpe-Mere!
(Verdwenen) stationsgebouwen in Denderland
Na de opening van de eerste spoorweglijn van Brussel naar Mechelen in 1835 ging de ontwikkeling van de spoorwegen in België snel vooruit. Zo ook in de Denderstreek waar de maatschappij “Dender en Waas” instond voor de uitbouw van een spoorlijn van Aat naar Lokeren over Geraardsbergen, Ninove, Aalst en Dendermonde. Na de opening van de eerste spoorweglijn van Brussel naar Mechelen in 1835 ging de ontwikkeling van de spoorwegen in België snel vooruit. Zo ook in de Denderstreek waar de maatschappij “Dender en Waas” instond voor de uitbouw van een spoorlijn van Aat naar Lokeren over Geraardsbergen, Ninove, Aalst en Dendermonde.
De ontwerpen van Cluysenaar
Voor het ontwerpen van de stationsgebouwen langs de nieuwe spoorlijnen deed de maatschappij “Dender en Waas” een beroep op architect Jean-Pierre-Cluysenaar (1811-1880). Hij was de zoon van een Nederlandse ingenieur die tijdens het Hollands bewind was uitgeweken van Kampen-aan-de-IJssel naar Brussel om er te werken bij het pas opgerichte Departement Bruggen en Wegen. Al snel na zijn studies kreeg Jean-Pierre enkele belangrijke opdrachten, zo ontwierp hij eerder de Sint-Hubertusgalerij, de Bortiergalerij en het Muziekconservatorium in Brussel.
Voor de stationsgebouwen stelde hij drie soorten stationsgebouwen voor: eenvoudige haltegebouwtjes voor gehuchten en kleine dorpen (bv. Zandbergen), plattelandsstations voor de grotere dorpen (bv. Denderleeuw, Lede, Ternat) en stadsstations (bv. Ninove, Aalst, Geraardsbergen). Het station van Aalst moest het pronkstuk worden van alle stationsgebouwen die hij ontwierp. Zo heeft het station van Aalst als enige bijkomende magazijnen, opslagplaatsen en herstelloodsen.
De stationsgebouwen van Jean-Pierre Cluysenaar worden beschouwd als bescheiden bouwwerken die met verfijning en zin voor variatie zijn ontworpen. Ze ademen de visie van Cluysenaar die van mening was dat een stationsgebouw het karakter van de omgeving van moet weergeven.
Verdwenen stations
Spijtig genoeg doorstonden heel wat door Cluysenaar ontworpen stationsgebouwen de tand des tijds niet. Zo werd het voormalige stationsgebouw van Ninove in november 1977 door de NMBS afgebroken, amper één dag voor het gebouw zou worden geklasseerd als monument. Verder verdwenen ook de stations van Lede, Denderleeuw, Gijzegem, Geraardsbergen, Idegem, Schellebelle, Dendermonde, Lokeren en Zele. Zo werd het station in Denderleeuw in november 1918 vrijwel volledig vernield door de ontploffing van 340 munitiewagens als gevolg van geallieerde bombardementen. In 1976 werd het station van Lede afgebroken, en enkele jaren later ook het volledig verkommerde station van Gijzegem. Het station van Gijzegem had trouwens al in 1964 zijn functie verloren toen het baanvak Aalst-Oudegem op lijn 57 werd opgeheven. Het door Cluysenaar ontworpen station van Geraardsbergen tenslotte overleefde de inval van de Duitsers en de verdediging van de stad door Engelse troepen tijdens de Duitse inval van mei 1940 niet.
Overgebleven stations
Gelukkig kunnen we de oorspronkelijke door Jean-Pierre Cluysenaar ontworpen stationsgebouwen nog bewonderen in Aalst, Okegem, Zandbergen en Ternat.