Fossemannen
#STrOOM
#STrOOM neemt je mee naar originele erfgoedlocaties langs Dender en spoor.
Ontdek het verhaal van de schiptrekkers van Denderleeuw, de luciferindustrie van Ninove, de Aalsterse textielnijverheid, en de spoorverhalen uit Lede en Erpe-Mere!
Fossemannen
In heel wat dorpen van de Denderstreek vertrokken in de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw dagelijks honderden ‘fossemannen’ (mijnwerkers) naar de steenkoolmijnen in Wallonië. ‘Fosse’ is het Franse woord voor ‘put’ en werd ook gebruikt voor ‘mijnput’. Daarom werden ze ‘fossemannen’ genoemd.
De eerste pendelaars
Door de aangroei van de bevolking in het midden van de negentiende eeuw was er minder werkgelegenheid op het platteland. Sommige families emigreerden daarom naar de Verenigde Staten, andere families ruilden het Vlaamse platteland in voor de Waalse mijnbekkens van de Borinage of de mijnbekkens van het Centrum rond Charleroi of La Louvière.
Vanaf 1880-1890 echter gingen steeds meer mijnwerkers uit de Denderstreek dagelijks pendelen naar de mijn. De invoering van goedkope spoorabonnementen lag hiervan aan de basis. Een van de meest gebruikt spoorlijnen was lijn 123 die Gent over Geraardsbergen met ’s Gravenbrakel (Braine-le-Comte) verbond. Hoewel de trein ook door andere reizigers werd gebruikt, diende hij vooral voor de honderden mijnwerkers die dagelijks de lange reis van en naar de mijn moesten afleggen. Al snel sprak men van de fossetrein.
De mijnwerkers uit het zuiden van Vlaams-Brabant, Oost- en West-Vlaanderen werkten vooral in de mijnen van het Centrum, hoewel de plaats van tewerkstelling vaak werd bepaald door familie of vrienden. Een nieuwe mijnwerker ging vaak mee met een vader, broer, oom of vrienden. Ook de hoogte van het loon was bepalend voor de werkgeverkeuze.
Noodlottig nachtwerk
Meestal werkten de fossemannen uit de Denderstreek’s nachts, omdat de dagploeg startte om 5u30 en zij toch een paar uur trein voor de boeg hadden. De mijnwerkers uit de Denderstreek namen vaak in de namiddag de trein. Ze werkten de hele nacht als keerden ’s ochtends terug naar huis. Als ze geluk hadden, konden ze vier à vijf uur rusten. Zo ging het elke dag opnieuw. Vele mannen stierven jong. Ze kwamen om door ongevallen in de mijnen of ze kregen een stoflong, vaak met noodlottige gevolgen.
De Vlamingen werkten meestal in de avancement, de ploegen die de mijngangen boorden. Dat werk was heel goed betaald, maar ook gevaarlijk en ongezond omwille van het vele stof. De kompels van de ochtendploeg werkten vooral in de productie. Zij maakten de kolen, voerden onderhoudswerken uit of stonden in voor het ondergrond vervoer van de kolen.
Hiërarchie en solidariteit
Er gold ook een strikte hiërarchie in de mijn. Onderaan stond de ‘main d’oeuvre’ (ongeschoold arbeider), daarboven de ‘porion’ of ‘chef-porion’, toezichter en schietmeester. Daarnaast was er ook de ‘abatteur’ die de kolen maakte en de ‘homme de coupe’ die de kolen op een lopende band schepte.
Toch bestond er een ijzersterke solidariteit tussen de ‘fossemannen’ onderling. Op 4 december vierden de ‘fossemannen’ het feest van de Heilige Barbara. Zij is de patroonheilige van de mijnwerkers en wordt aangeroepen tegen een plotse dood. Op haar naamfeest werd een altaar opgericht in de mijn. Ook in de parochie van de fossemannen kreeg haar naamfeest veel aandacht. Het was voor hen één de weinige vrije dagen.
Het einde van de steenkool
Na de Tweede Wereldoorlog wilde de Belgische Regering de steenkoolproductie terug op peil brengen, maar het marktaandeel van stookolie en elektriciteit groeide meer en meer. Er was dan ook steeds minder vraag naar steenkool. Ook viel onze Belgische steenkoolproductie duurder uit dan die van onze buurlanden. Tussen 1950 en 1961 viel het aantal mijnwerkers terug van 103.000 tot 39.000. In de jaren nadien daalde het belang van steenkool verder. In 1981 sloot de laatste mijn in Wallonië.
Bronnen
Wij zijn de fossemannen, anders niks. Herman Van Dormael. De Mijnwerker vzw – Galmaarden, 1991
Arm Wallonië, Een reis door het beloofde land. Pascal Verbeken, De Bezige Bij, 2007
Mijnwerker, een vergeten beroep. Okegemse mijnwerkers in de 20ste eeuw. Jozef Van der Speeten, Tijdschrift Heemkring Okegem - 2011
Afbeeldingen: Mededelingen Heemkring Okegem Jrg. 36, 2011, nr. 4