Het eiland Chipka
#STrOOM
#STrOOM neemt je mee naar originele erfgoedlocaties langs Dender en spoor.
Ontdek het verhaal van de schiptrekkers van Denderleeuw, de luciferindustrie van Ninove, de Aalsterse textielnijverheid, en de spoorverhalen uit Lede en Erpe-Mere!
Het eiland Chipka
Waar vandaag de bochtige Burchtstraat loopt, stroomt tot 1964 de Oude Dender. De rivier wordt in 1867 rechtgetrokken tussen de Sint-Annabrug en de Zeebergbrug. Daardoor ontstaat er tussen de twee waterlopen een kunstmatig eiland, in de volksmond ‘Chipka’ genoemd. Chipka ontwikkelt zich tot een eiland met een mix van huizen, ateliers, brouwerijen, fabrieken en zelfs … een zwembad.
Maar waar halen de Aalstenaars de mosterd voor de ongewone naam ‘Chipka’? Sjipka is de naam van een bergpas in Bulgarije nabij Gabrovo, momenteel de zusterstad van Aalst. Daar wordt in 1877 een woelige strijd gevoerd tussen de Bulgaren en de Turken. De kranten van die tijd hebben het over een bijzonder woeste en chaotische slag. ‘Chaos’, dat vinden de Aalstenaars ook wel passen bij hun kunstmatig eiland aan de stadsrand.
Dat de kronkelende Dender in 1867 wordt rechtgetrokken, is geen toeval. Aan de vooravond van de industrialisatie heeft Aalst een gebrekkige infrastructuur. De in 1841 opgerichte Aalsterse Kamer van Koophandel bijt zich vast in een aantal grote infrastructuurwerken, waarvan de kanalisatie van de Dender één van hun speerpunten is.
De eerste jaren na het ontstaan van het eiland Chipka is het op een brouwerij na ‘eene plek vol onkruid, waartusschen een smal wegelken kronkelde’, aldus Petrus Van Nuffel. Maar in 1873 bouwen de drie broers Callebaut samen met een vierde vennoot een fabriek aan de Burchtstraat, precies op de plek waar het kasteel van de burggraaf van Aalst stond in de vroege middeleeuwen. Tien jaar later koopt “Callebaut frères” nog twee stukken grond bij langs de nieuwe Dender, om er een nieuwe fabriek te bouwen, die makkelijker te bevoorraden is langs de rivier.
Al gauw wordt ook de rest van het eiland Chipka ingenomen door grauwe fabrieken die met hun hoge schoorstenen aanhoudend een zwarte stofwolk uitspuwen. In de verbeelding van de Aalstenaars ontwikkelt zich daarom het idee van Chipka als een plek waar chaos en destructie heersen.
In 1889 worden er ook straten aangelegd en huizen gebouwd op Chipka. Geprangd tussen de Saskaai (later ‘Van Wambekekaai’ genoemd) aan de nieuwe Dender en de kolossale fabrieksgebouwen vestigen zich tientallen families in de Eilandstraat en de Iweinstraat. Stilaan wordt Chipka een volkse arbeiderswijk. De leefomstandigheden zijn er erg ongezond. Ronkende vrachtwagens rijden aan en af, de waterkwaliteit van de Denderwater gaat zienderogen achteruit en de arbeiders zitten geregeld onder een dikke laag kolenstof. Arbeiders spoelen hun dorst weg in één van de kroegen van het eiland. Kroegen met namen als ‘In de nieuwen Anker’, ‘’t Stoommachine’ of ‘In de Wolga’ zijn dag en nacht open. Tot grote ontstentenis van moeder-overste van het nabij gelegen begijnhof die meermaals klaagt bij de burgemeester en schepenen over wat zich daar afspeelt.
Naast cafés, fabrieken en arbeiderswoningen, was het eiland ook een zwembad rijk. Het zwemdok aan het sas, gevuld met Denderwater, werd in juli 1886 geopend. Vanaf dan werd het voor de Aalstenaar ook verboden nog te zwemmen in de Dender. Tegen de sluiting in 1935 was het zwemdok helemaal ingesloten door industriële gebouwen. In 1939 kwam er een nieuw zwembad aan de Capucienenlaan en werd het plan opgevat op een tweede zwemgelegenheid te realiseren in Mijlbeek. Dat laatste werd pas gerealiseerd in 1984.
Opmerkelijk is dat ook twee van Aalst bekendste inwoners een link hebben met het eiland Chipka. Zo is één van de eerste inwoners van de Eilandstraat Louis Verbestel, de grootvader van Louis Paul Boon. De schrijver komt er vaak op bezoek bij zijn grootmoeder en claimt soms dat hij er geboren zou zijn. In werkelijkheid stond zijn wieg op de Dendermondesteenweg.
Op Chipka vinden we ook een tweede bekende figuur terug. De drukkerij van Pieter Daens, de broer van priester Adolf Daens, was er gevestigd in een hoekhuis. Doordat alle publicaties van de net opgerichte Christene Volkspartij gedrukt werden in deze drukkerij, wordt de naam Chipka ook het symbool voor de strijd tegen de gevestigde krachten.
Vandaag is de meest bekende fabriek Tereos, dat ontstond uit de door de broers Callebaut opgerichte fabriek in 1873. De Callebauts waren oorspronkelijk hophandelaars. Ze waren kind aan huis bij brouwers en hoorden hen klagen over hoe duur suiker wel niet was. Glucose was een ideale, goedkope vervanger van suiker in de brouwerijsector. De glucosefabriek kende een snelle groei, enkele naamsveranderingen (waaronder Glucoseries Réunies) en werd overgenomen door een Franse groep… en staat er nog steeds. In de volksmond staat de fabriek nog steeds gekend als “den Amylum”, naar de naam die het bedrijf lang droeg.
De Zeebergbrug krijgt zijn naam van de brouwerij Zeeberg die hier van 1860 tot 1975 is gevestigd. Het is één van de grootste brouwers geweest van de stad. De gebouwen aan de overkant van de straat worden bijna volledig gesloopt en de terreinen ingenomen door de glucosefabriek Amylum (het huidige Tereos Syral).
Op de Zeebergkaai, vlakbij de brug, bevindt zich het magazijn van de coöperatieve landbouwvereniging. Boven het gebouw prijkt nog steeds de slogan ‘Redt U Zelven’.
Aan de Sint-Annabrug, waar nu het fonkelnieuwe Administratief Centrum van de stad Aalst is gevestigd, stond de ‘Filature du Canal’ van J.B. Jelie. Hij is een van de voortrekkers van de textielindustrie in Aalst. Hij richt in 1821 een eigen garentwijderij op. Vandaag zouden we hem een trendsetter noemen: Jelie zoekt constant naar manieren om de productie en de kwaliteit van zijn naaigarens te verbeteren. Hij investeert voortdurend in nieuwe machines en methoden. Zijn baanbrekend werk maakt hem tot een van dé toonaangevende figuren uit de Belgische textielindustrie. Het levert hem het ereteken van Ridder in de Leopoldsorde op, uitgereikt door Leopold II in 1856. In 1867 staan er in dit gebouw aan de Werf drie grote stoommachines en werken er 550 arbeiders. Zij maken katoengaren en later ook breiwol. Jelie is een van de oprichters van de sterke Aalsterse fusievennootschap Filature et Filteries Réunies, kortweg F.F.R. (1886), maar trekt zich eruit terug in 1898. Zijn bedrijf groeit uit tot een van de grootste fabrieken in Aalst. Net als zoveel andere textielbedrijven moet de ‘Filature du Canal’ de boeken sluiten in de nasleep van de economische crisis in de jaren ‘50. In 1969 valt het doek over het bedrijf. Het gebouw houdt nog stand tot 2010 (veel Aalstenaars hebben het nog als postgebouw gekend). Dan wordt het afgebroken om plaats te maken voor overheids- gebouwen, waaronder het nieuw Administratief Centrum van de stad.
Aan de overkant van de Dender, aan de Fritz De Wolfkaai, ligt het graanmagazijn van mouterij N.V. De Wolf-Cosyns. Het wordt gebouwd in 1883 aan de drukke kaai van de toen pas rechtgetrokken Dender. De mouterij zelf bevindt zich in het centrum van de stad en is het oudste bedrijf van de stad: opgericht in 1791 door Henry-August De Wolf. Tot 1987, wanneer het bedrijf wordt overgenomen door Interbrew (nu InBev), is de familie De Wolf actief in het bestuur van de firma. De Wolf-Cosyns was één van de belangrijkste mouterijen van België.
Maar terug naar het eiland Chipka zelf. Bij het begin van de jaren ’60 is de Iweinstraat zo goed als onbewoond. De laatste bewoner vertrekt in 1962 en de Glucoseries Réunies (later ‘Amylum’) neemt de hele straat in. Vandaag schiet van de Iweinstraat niets meer over. In hetzelfde jaar valt het doek over het eiland Chipka zelf door de drooglegging van de intussen sterk vervuilde Denderarm. Zo wordt de kleine Burchtstraat opeens verlengd met het verharde, kronkelende gedeelte van de oude Dender en daarna doorgetrokken tot de Alfred Nichelsstraat.
In de Eilandstraat worden de laatste huizen in 1972 verkocht aan de fabriek. Er waren toen nog een tiental huizen aan de rechterkant van de Eilandstraat bewoond. De laatste bewoner, een weduwnaar, weigerde te verkopen. Na zijn dood was ook de Eilandstraat geschiedenis.
Liefhebbers van het werk van Louis-Paul Boon zullen bij de geschiedenis van het eiland Chipka zeker denken aan zijn roman “Vergeten straat” uit 1946. De roman speelt zich af in een Brusselse straat die gedoemd is te verdwijnen door de aanleg van de Noord-Zuidspoorverbinding. In die vergeten straat creëren de bewoners hun eigen kleine anarchistische utopie waarin zij zonder enig gezag met en naast elkaar leven. Chipka lijkt plots heel dichtbij …
Tekst: Bart Merckaert
Bronnen:
Terug naar Chipka, stadsmagazine Aalst Chipka, februari 2016
HUMBEECK (K). Onder de giftige rook van Chipka: Louis Paul Boon en de fabrieksstad Aalst. Gent, Ludion, 1999
VERLEYSEN (M.). Het eiland Chipka : Aalst industrie en samenleving. s.l., s.n., 1991
Het DNA van Aalst – Een stadsgeschiedenis in 100 objecten. ’t Gasthuys Stedelijk Museum, Stad Aalst, 2018.