(Verdwenen) spoorlijnen in Denderland
#STrOOM
#STrOOM neemt je mee naar originele erfgoedlocaties langs Dender en spoor.
Ontdek het verhaal van de schiptrekkers van Denderleeuw, de luciferindustrie van Ninove, de Aalsterse textielnijverheid, en de spoorverhalen uit Lede en Erpe-Mere!
(Verdwenen) spoorlijnen in Denderland
Naast de Dender doorkruisen ook een aantal spoorlijnen van nationaal en regionaal belang de Denderstreek. Daarbij is Denderleeuw onmiskenbaar een belangrijk knooppunt. Zowel spoorlijn 50 en 50A (Gent-Brussel), spoorlijn 89 (Kortrijk-Denderleeuw), als spoorlijn 90 (Denderleeuw-Geraardsbergen) doen de Denderstreek aan. Tussen Aalst en Burst loopt ook spoorlijn 82, dat vooral bestemd is om scholieren van en naar school te brengen.
De uitbouw van het spoornetwerk in de negentiende eeuw bleek erg belangrijk voor de economische ontwikkeling van de Denderstreek, omdat de inwoners zich nu veel vlotter konden verplaatsen in de Denderstreek zelf, maar ook van en naar de rest van het jonge België. Voor de komst van de trein was de belangrijkste transportweg de rivier de Dender. De uitbouw van het spoornetwerk had dan ook grote gevolgen op het dagelijks leven van heel wat mensen. In de tweede helft van de negentiende eeuw pendelden dagelijks honderden mijnwerkers via Geraardsbergen naar de steenkoolbekkens in Wallonië. In de eerste helft van de twintigste eeuw was er de industrialisatie en het verdwijnen van de huisarbeid, waardoor de pendelarbeid naar grote steden als Brussel en Gent belangrijker werd dan de pendelarbeid naar de steenkoolbekkens. De dienstensector verving langzaam maar zeker de landbouw en mijnbouw als belangrijkste economische activiteit van ons land.
Maar hoe verliep de ontwikkeling van het spoornet?
De uitvinding van de stoommachine aan het begin negentiende eeuw zorgt voor een uitbreiding van de textielfabrieken. Industriëlen proberen voordeel te halen uit de lagere lonen in de kleine steden en op het platteland. Die lagere loonkosten worden evenwel afgewogen tegen de transportkosten. De slechtere verbindingen op het Vlaamse platteland brachten lange tijd hoge transportkosten met zich mee en een concentratie van de industrie in de grote centra. Een betere bereikbaarheid, via spoor en water, was dan ook belangrijk voor de verdere industrialisering.
De regering besloot dus te investeren in de ontwikkeling van het spoornet. De maatschappij “Dender en Waas” werd opgericht voor de uitbouw van een spoorlijn van Aat naar Lokeren over Geraardsbergen, Ninove, Aalst en Dendermonde. Het baanvak tussen Aalst en Dendermonde was klaar in 1853, tussen Aalst en Geraardsbergen in 1855 en tussen Brussel en Schellebelle in 1856. In 1868 werd de spoorlijn tussen Denderleeuw en Oudenaarde ingehuldigd en in 1878 het baanvak van Aalst tot Burst.
Het spoor maakt van de Denderstreek een bruisende, aantrekkelijke regio die vlot bereikbaar is vanuit heel Vlaanderen.
Verdwenen spoorlijnen
Op spoorlijn 57 werd het baanvak tussen Aalst en Oudegem opgebroken in 1964. De laatste jaren zijn er plannen om de spoorlijn tussen Aalst en Dendermonde nieuw leven in te blazen. Een andere opgeheven spoorlijn is lijn 61, beter bekend onder de naam ‘Leireken’. Deze spoorlijn liep van Aalst naar Mortsel-Oude-God en Kontich. De naam ‘Leireken’ zou komen van de machinist ‘Valère’ die op deze spoorlijn werkte. De lijn werd in de jaren ’50 opgebroken. Tussen Aalst en Londerzeel loopt nu op het oude traject de fietssnelweg 27, in de volksmond gekend als Leirekensroute.
Spoorlijn 82, dat vroeger van Aalst naar Elzele (Ellezelles) liep, werd in 1963 ingekort. Enkel het baanvak tussen Aalst en Burst wordt nog gebruikt.
Bronnen
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_spoorlijnen_in_Belgi%C3%AB
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Station_Denderleeuw
- Het verhaal van de industriestad Aalst en van het Daensisme waaraan ze gestalte gaf, Els Van Huyneghem, Tijdschrift voor Industriële cultuur, jaargang 27, deel 110, 2010
Tekst: Bart Merckaert