Toen Marc eind jaren 70 studeerde aan de kunstacademie van Aalst geraakte hij gefascineerd door de glaskunst. In zijn vrije tijd ging hij glazeniersateliers bezoeken, zoals o.a. bij glazenier Henri Coffo. In 1980 ging hij in de leer bij atelier De Meester-Schoukens te Aalst, waar hij een vierjarige opleiding genoot. Tijdens deze opleiding bezocht hij verschillende ateliers, zoals atelier Hubbrecht te Brugge, Michel Martens en het atelier Joël d'Alsace. Na het behalen van zijn glazeniersdiploma startte hij als zelfstandig glazenier-restaurateur. Zijn eerste project was de restauratie van het waterkasteel te Moorsel. 

Vandaag kan hij putten uit 38 jaar praktijkervaring. Tijdens deze periode richtte hij Vitrotech op en kon hij het glas van meer dan 250 kerken, kathedralen, kastelen, museums en openbare gebouwen restaureren en bewaren voor toekomstige generaties. Recente projecten speelden zich af in de Sint-Martinuskerk te Aalst, de Koninklijke O.L.Vrouwkerk te Laken, het Gruuthusemuseum te Brugge en het STAM museum te Gent. Als blijk van hun kunde verkreeg Vitrotech ook de nodige erkenningen van de FOD economie. Tot op vandaag blijft Marc zich bijscholen. Zo bezoekt hij nog regelmatig 'the studio' van de kathedraal van Canterburry, om extra kennis op te doen en te delen.

Marc wil zijn kennis en ervaring vooral doorgeven omdat het glazeniersambacht in zijn totaliteit nergens meer wordt aangeleerd. In hoofdzaak wordt er enkel nog theoretische kennis doorgegeven en studie van het bestaande verricht. "Indien we ons cultureel erfgoed willen bewaren moeten we de praktische materie absoluut doorgeven". Marc heeft zelf ook geen directe opvolging.

Dieter, als artistiek aangelegd persoon, is graag creatief met zijn handen bezig. Hij is ook gefascineerd door glaskunst: zo ging hij in Frankrijk specifieke glasramen van Chagal bekijken. Hij heeft in het verleden artistieke ervaring opgedaan o.a als porseleinschilder. Dieter: "Als kind maakte ik tekeningen en werkte vaak aan mijn kleurboek. Vlakken inkleuren en zelf kleuren samenstellen vond ik heerlijk. Ik maakte mijn eerste glasraampje in kleurpapier en ontwierp zelfgemaakte futuristische wezentjes. Mijn primair zintuig zijn mijn ogen en een specifiek gevoel voor kleurcombinaties. Ik werd daardoor beïnvloed in mijn latere kunstwerkjes. Ik begon als straatartiest muurschilderingen te maken en maakte tekeningen op porselein. Later waren dit herstellingen en ik probeerde mijn kunst te verkopen. Ik kreeg meer opdrachten en langzaam aan werkte ik me op, en kreeg opdrachten van het Groeninghe museum in Brugge. Met de tijd raakte ik meer en meer gefascineerd door de glaskunst en bezocht ik enkele glasexposities, vooral de glasramen in "Saint-Chapelle" in Parijs zijn me bijgebleven. Ik zocht een meester die me dit zou kunnen aanleren.